Mij is nog goed bijgebleven de tentoonstelling Denkbeelden bij KOEL310 in Alkmaar waar Bill Kunst en rooose hun werken toonden. rooose met zijn fragiele lineaire ruimtelijke constructies en schijnfunctionaliteit. Bill met schilderijen in kleine en formaten. Eén van zijn kenmerken bestond uit in banden geschilderde stroken in vaak krachtige primaire kleuren afgewisseld door witte licht-transparante banen. Zijn voorkeur gaat uit naar een krachtig vormgegeven vocabulaire als betrof het aanduidingen van vlaggen of waarschuwingsschilden langs de weg. De wisseling tussen wit en kleur in grote of meer verfijnde vormen omvatten bijna zijn gehele oeuvre. In zijn werk lijkt zich een kosmisch verlangen af te spelen waarbij hij zijn planetaire universum in vierkanten om een kern laat draaien en zij permanent hun horizontale en verticale stand behouden. Deze kernen zijn soms lege gaten geworden of dringen van buitenaf tot het centrum door. De banden vaak in diverse breedten kruisen elkaar en veroorzaken zo een patroon van blokken soms in een ritmische opstelling of trekken elkaar in een asymmetrische krachtverhouding met hun kleur of donkere aanwezigheid naar één kant. Door veelvuldig witten te gebruiken trekt een esthetische lading door zijn palet. Dit geeft een bedrieglijke rust want Bill Kunst is niet van plan ons te negeren. Met zijn verfstreken en verfbehandeling blijkt hij een ‘echte’ schilder te zijn. Met de in lagen opgewerkte transparanten of opgebouwde kleurmenging schenkt hij ons het verlangen om intenser bij het schilderij betrokken te raken. Zo verleidt hij ons in zijn lustoord en spint zijn labyrint.                                                                                                                   

Bill houdt van hoekige einden of laat ons achter met een gecalculeerd wegtrekken van de kwast. Deze rauwe beëindiging van een handeling veroorzaakt een zelfstandig schilderkundig kader binnen de contouren van één of meerdere doeken. Daarmee gebruikt hij rafelranden als zelfstandige elementen binnen de compositie. Daar Bill een bouwer is en in 3D denkt, kon hij het niet nalaten om over de rand te gaan zodat een volume aan zijn werk wordt toegevoegd. Zijn zijkanten werken als drippings en tonen het schilder-proces. Zij zijn het resultaat van een werkmethode waarbij de liefhebber aardig kan achterhalen in welke volgorde de opbouw van de banen en de gestuurde handelingen plaatsvinden. Het verraadt de gedachte en conclusie, genomen binnen zijn denken met de twijfel en het besluit. Deze zelfstandige zijkanten tonen de uitwassen van zijn beeldtaal en de sporen van zijn begrenzing.

Met zijn geordende verbeelding ontstaan ritmen die als improvisaties binnen zijn thema kunnen worden beschouwd. Er ontstaat een totaliteit die te complex is om in één oogopslag te kunnen overzien. Zo worden we gedwongen zelf op onderzoek uit te gaan en ons empathisch vermogen stelt ons in staat om zijn diepte in te gaan. Zijn kosmos zuigt ons op zonder te beseffen waar het nu eigenlijk om gaat. We ervaren een raadsel waarmee we nog geen verhouding zijn aangegaan. Het is te nieuw en nog te onbekend. Dit verlangen van de maker naar authenticiteit en oorspronkelijkheid zijn essentieel binnen zijn zelfonderzoek want hij is toch ook zijn eigen beschouwer en criticus tegelijk. Een positie waar hij alleen voor staat en wat hem ook alle vrijheid schenkt. Voor Bill vormt deze kunst een bewust gekozen houvast om niet ten onder te gaan in de voor ons, allesomvattende ruimte en het geeft hem een zelfgevormde zekerheid en identiteit.

Zijn levendige beeldtaal binnen zijn methode draagt ertoe bij dat wij als beschouwer een 

beeldend avontuur aangaan die de rijkdom van zijn abstract denken laat zien en ruimte biedt voor de geest.   rooose ©

 

( 12-06-2021 )